Vanaf 1 januari 2026 is het niet meer mogelijk om het omgevingsplan te wijzigen met TAM-IMRO. Heeft u een plan waarvoor het omgevingsplan moet worden aangepast? Dan moet dat via STOP/TPOD. Dat geldt voor zowel grote gebiedsontwikkelingen als kleinere initiatieven waarbij de BOPA niet gebruikt kan of mag worden.
Maar hoe werkt STOP/TPOD in de praktijk? En vooral, hoe doet de gemeente dat? Elke gemeente heeft slechts één omgevingsplan en alleen de gemeente kan dit plan wijzigen. Een eigen plan met regels en een kaart laten opstellen, zoals dat tot eind 2025 nog kan, is straks niet meer toegestaan.
Ordito helpt gemeenten bij het wijzigen van het omgevingsplan via STOP/TPOD. Daarnaast ondersteunen wij ook burgers, ontwikkelaars en adviseurs bij initiatieven die binnen de structuur van STOP/TPOD tot stand komen.
Er zijn verschillende manieren om via STOP/TPOD een wijziging van het omgevingsplan door te voeren. De keuze voor een bepaalde variant hangt af van hoe ver de gemeente is met de opbouw van het nieuwe omgevingsplan en de beschikbaarheid van een basisset aan regels.
Bij de ponsvariant worden alle ruimtelijke regels voor een beoogde ontwikkeling opgenomen in een afgebakend transitiehoofdstuk binnen STOP/TPOD. Deze regels worden gekoppeld aan de gebieden waar ze moeten gelden. De oude bestemmingsplannen worden uit het tijdelijke deel van het omgevingsplan gehaald, ofwel ‘geponst’.
Dit betekent dat alle oude regels moeten worden overgezet naar het nieuwe deel van het omgevingsplan. Dat is veel werk en de nieuwe regels gelden alleen binnen het gebied van de betreffende ontwikkeling.
Bij een partiële herziening wordt het omgevingsplan gedeeltelijk gewijzigd binnen STOP/TPOD. De bestaande ruimtelijke regels blijven grotendeels gelden. Alleen enkele nieuwe of aangepaste regels worden toegevoegd die specifiek gelden binnen het ontwikkelingsgebied.
De gemeente gebruikt hierbij voorrangsregels om vast te stellen welke regels in welke situatie van toepassing zijn. Dit maakt het geheel soms minder overzichtelijk, omdat de regels uit verschillende bronnen gelezen moeten worden.
Wanneer een gemeente al een basisset aan regels heeft opgesteld, kunnen nieuwe regels via STOP/TPOD worden toegevoegd aan specifieke ontwikkelingsgebieden of zelfs aan het hele grondgebied van de gemeente.
De gemeente kan dan de bestaande basisregels koppelen aan de gebiedsontwikkeling en aanvullen met specifieke regels. Ook hier kunnen oude ruimtelijke regels worden uitgeponst, maar alleen als de nieuwe basisset volledig is. In de meeste gevallen is dat nog niet zo, waardoor ook hier vaak met voorrangsregels gewerkt moet worden.
De overgang naar STOP/TPOD vraagt om duidelijke keuzes. Gemeenten moeten bepalen hoe zij hun tijdelijke omgevingsplan omzetten naar het nieuwe deel binnen STOP/TPOD. Het is belangrijk dat het plan actueel blijft en goed aansluit bij de behoeften van burgers en bedrijven.
De VNG heeft hiervoor een handreiking opgesteld die de komende maanden verder wordt aangevuld.
Ordito ondersteunt gemeenten bij deze overgang en denkt mee over praktische oplossingen om soepel te werken met STOP/TPOD.
Voor initiatiefnemers betekent STOP/TPOD dat het niet meer mogelijk is om zelfstandig een plan met regels te laten opstellen. Het is belangrijk om te weten hoe ver de gemeente is met haar omgevingsplan:
Werken met STOP/TPOD vraagt om samenwerking, kennis en een praktische aanpak. Of u nu gemeente, ontwikkelaar of adviseur bent, Ordito helpt u met duidelijke begeleiding, technische expertise en concrete oplossingen. Zo zorgen we samen voor een toekomstbestendige manier van werken aan gebiedsontwikkeling binnen de Omgevingswet.
👉 Neem contact op voor een vrijblijvend gesprek: samen zorgen we dat uw plannen niet stilvallen in 2026.
Neem dus gerust contact op met:
Arjan van Welsem ( 📧 avw@ordito.nl | 📞 06-10187231)
Erik van den Broek ( 📧 evdb@ordito.nl | 📞 06-10441808)
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en zie als eerste onze nieuwe projecten + nieuwberichten.